Effectief zoeken met Google
Als je met behulp van Google informatie zoekt, is het van belang je zoekopdracht voor Google zo duidelijk mogelijk te maken. Je kunt de navolgende tips gebruiken in de ‘gewone’ Google, maar ook in Google Scholar en Google Books (in het Nederlands respectievelijk Google Wetenschap en Google Boeken). Wil je de tips bij de hand houden terwijl je zoekt? Print het cheat sheet (pdf) uit en bewaar het in de buurt van je computer.
Als je twee of meer zoektermen intikt, zoekt Google (alleen) pagina’s waarop al jouw zoektermen voorkomen. Je hoeft je zoektermen niet met AND te verbinden, want dat is de standaardinstelling van Google.
Voorbeeld:
psychology animals
Resultaat:
Webpagina’s waarop de woorden psychology en animals voorkomen, niet noodzakelijk in die volgorde; geen webpagina’s waarop alleen het woord psychology of alleen het woord animals voorkomt.
De volgorde waarin je jouw zoektermen intikt, maakt verschil. Google geeft namelijk hogere prioriteit aan pagina’s waarop je zoektermen voorkomen in de volgorde waarin je ze hebt ingetypt. Zoek je op New York library, dan krijgen webpagina’s over bibliotheken in New York prioriteit. Zoek je op new library York, dan geeft Google webpagina’s over nieuwe bibliotheken in York voorrang.
Google accepteert 32 zoektermen in één zoekopdracht. Als je er meer intikt, krijg je de mededeling dat de 33ste en alle daarop volgende zoektermen zijn genegeerd.
Wanneer je naar een specifiek woord wilt zoeken, plaats je aanhalingstekens om het woord. Je krijgt dan alleen zoekresultaten waarin het woord voorkomt exact zoals je het hebt ingetypt, niet het meervoud ervan of in een spelling die lijkt op die van jou.
Voorbeeld:
"Vaticaan"
Resultaat:
Webpagina’s waarop het woord Vaticaan voorkomt; geen webpagina’s waarop het woord Vatican of Vaticaanstad voorkomt, tenzij op de pagina ook het woord Vaticaan staat.
Plaats aanhalingstekens om woorden als je naar een specifieke woordcombinatie wilt zoeken. Je krijgt dan alleen zoekresultaten waarin de woorden staan zoals je ze hebt ingetypt: in de door jou opgegeven volgorde en spelling.
Voorbeeld:
“Nederlandse taal”
Resultaat:
Webpagina’s waarop de exacte formulering Nederlandse taal voorkomt; geen pagina’s met Nederlandse of taal als los woord.
Deze manier van zoeken kan ervoor zorgen dat u resultaten mist. Als je zoekt op, bijvoorbeeld, “Alexander Bell” krijg je namelijk geen zoekresultaten voor “Alexander Graham Bell”. Je kunt dit ondervangen door te zoeken op “Alexander Bell” OR “Alexander Graham Bell” (zie Synoniemen).
In veel databases kun je een asterisk (*) gebruiken als je niet precies weet hoe jouw zoekterm wordt gespeld of wanneer je, bijvoorbeeld, zowel color als colour wilt zoeken (je zoekt dan met col*r of colo*r). In Google werkt de asterisk ook, maar uitsluitend voor hele woorden, niet voor één of meer letters van een woord. Elke asterisk staat voor één woord, tussen asterisks plaats je geen spaties.
Voorbeeld:
post * syndrome
Resultaat:
Webpagina’s met daarop de woorden post en syndrome met één woord ertussen, bijv. post concussion syndrome en post thrombotic syndrome.
Je kunt Google laten zoeken op numerieke waarden. Dat komt bijvoorbeeld van pas als je informatie over een gebeurtenis zoekt, maar niet precies weet in welk jaar de gebeurtenis plaatsvond, of wanneer je een product zoekt in een bepaalde prijsklasse. Je vult twee waarden in en scheidt deze van elkaar door twee puntjes (zonder spaties tussen de waarden en de puntjes). In de waarden die je invult, mag geen punt voorkomen.
Voorbeeld:
“Kyoto protocol” 1990..2000
Resultaat:
Webpagina’s waarop wordt vermeld in welk jaar het Kyoto protocol gesloten werd.
Je kunt ook één van de waarden invullen en de andere waarde door een asterisk vervangen. Als je de eerste waarde door een asterisk vervangt, zoekt Google de waarde die je opgeeft en alles dat lager (eerder) is dan die waarde. Als je de tweede waarde door een asterisk vervangt, zoekt Google de waarde die je opgeeft en alles dat hoger (later) is dan die waarde.
Om meer resultaten te krijgen, kan het verstandig zijn ook op synoniemen te zoeken. Het is goed mogelijk dat op internet geschreven wordt over het onderwerp dat je zoekt, maar dat het onderwerp anders genoemd wordt. Je zoekt op synoniemen met behulp van het commando OR (in hoofdletters) of een verticale streep (|).
Voorbeeld:
“global warming” OR “greenhouse effect”
Resultaat:
Webpagina’s over global warming en webpagina’s over het greenhouse effect.
Om het aantal zoekresultaten te beperken tot resultaten die relevant(er) zijn, kun je ook zoektermen expliciet uitsluiten. Daarvoor gebruik je het minteken (-), zonder spatie tussen het minteken en de uit te sluiten term. Vóór het minteken dient wel een spatie te staan; als daar geen spatie staat, behandelt Google het minteken als verbindingsstreepje, niet als uitsluitingsteken. Je kunt zo veel woorden uitsluiten als je wilt, je plaatst het minteken voor elk woord dat je wilt uitsluiten.
Voorbeeld:
salsa -dansen -cursus
Resultaat:
Webpagina’s waarop het woord salsa voorkomt, maar niet de woorden dansen en/of cursus.
Om je zoekresultaten tot specifieke sites te beperken, kun je het commando site: gebruiken. Na het commando vul je het adres van de site in, zonder www of spatie ervoor.
Voorbeeld:
“human rights” site:un.org
Resultaat:
Webpagina’s over human rights van de website van de Verenigde Naties.
Je kunt ook aangeven dat jouw zoekresultaten uit een bepaald domein moeten komen, bijvoorbeeld dat van Engelse of Amerikaanse instellingen voor hoger onderwijs. Daarvoor gebruik je het commando site: in combinatie met de domeinnaamextensie, het laatste deel van een websiteadres. Dat is bij Engelse universiteiten ac.uk, bij Amerikaanse universiteiten edu. Amerikaanse overheidswebsites herken je aan de uitgang gov (government).
Voorbeeld:
dna site:ac.uk
Resultaat:
Webpagina’s over dna van Britse universiteiten.
Om zoekresultaten van bepaalde sites uit te sluiten, combineer je het commando site: met het minteken (zonder spaties).
Voorbeeld:
“global warming” -site:wikipedia.org
Resultaat:
Webpagina’s waarop de formulering global warming voorkomt en die niet uit Wikipedia afkomstig zijn.
Bij het uitsluiten kan ook de asterisk van pas komen.
Voorbeeld:
office software -site:microsoft.*
Resultaat:
Webpagina’s over office software die niet van Microsoft afkomstig zijn.
Ben je niet op zoek naar websites, maar naar presentaties, documenten of spreadsheets? Dan kun je jouw zoekresultaten met het commando filetype: beperken tot een bepaald bestandstype. Je gebruikt
Tussen het commando filetype: en de afkorting voor het gezochte bestandsformaat plaats je geen spatie.
Voorbeeld:
“social media” filetype:pdf
Resultaat:
Pdf-bestanden over social media.
Je kunt op deze manier ook naar afbeeldingen zoeken, door als bestandstype jpg, gif, bmp, png of tiff op te geven. Je krijgt de resultaten dan gepresenteerd in de vorm van tekstlinks naar de gevonden afbeeldingen. Wil je liever direct een kleine versie van de gevonden afbeeldingen zien, gebruik dan Googles zoekfunctie voor afbeeldingen (de link Images/Afbeeldingen rechts boven in het startscherm of onder de zoekregel).
Een zoekopdracht met OR kan, wanneer je met veel alternatieven in één keer wilt zoeken, behoorlijk lang worden. Je kunt uw zoektermen groeperen door haakjes te gebruiken.
Voorbeeld:
(“Vincent van Gogh” OR Rembrandt) images
Resultaat:
Webpagina’s met afbeeldingen van het werk van Vincent van Gogh en/of Rembrandt.
Het gebruik van haakjes werkt ook met de commando’s site: en filetype:, maar je moet deze commando’s herhalen voor elke website of elk bestandsformaat dat je wilt (door)zoeken.
Voorbeeld:
“social media” (filetype:doc OR filetype:pdf)
Resultaat:
Verwijzingen naar Worddocumenten en pdf-bestanden over social media.
Met Google Advanced Search kun je nagenoeg hetzelfde als met de commando’s die hierboven aan de orde kwamen. De pagina biedt een paar opties die niet in commando’s te vangen zijn, waaronder:
De schermen voor Advanced Search van Google Books en Google Scholar wijken af van het scherm voor Advanced Search van de ‘gewone’ Google, maar de (extra) mogelijkheden wijzen zich vanzelf.
Aan hoofd- en kleine letters besteedt Google geen aandacht. De zoekopdracht White House geeft dezelfde resultaten als de zoekopdracht white house. Punten en komma’s worden door Google ook genegeerd: prof. Pietersen geeft dezelfde resultaten als prof Pietersen. Een apostrof (‘) wordt door Google niet genegeerd.
Als Google in jouw zoekopdracht een verbindingsstreepje tegenkomt, zoekt Google op
De taal die je kiest, is van belang. Wanneer je history als zoekterm gebruikt, krijg je andere zoekresultaten dan wanneer je zoekt met geschiedenis. Wanneer je informatie over het aidsvirus zoekt, moet je er rekening mee houden dat aids in het Engels ook hulpmiddelen betekent.
Wanneer je zoekt via het Nederlandse google.nl krijg je andere zoekresultaten dan via het internationale google.com. Dat komt doordat Google aan geotargeting doet: het probeert de zoekresultaten af te stemmen op jouw omgeving.
Als je informatie zoekt over onderwerpen die Nederland overstijgen, doe je er daarom goed aan om google.com te gebruiken. Als je zeker wilt weten dat je niet toch op een ‘lokale’ Google belandt, voeg dan aan de link de letters ncr (no country region) toe: www.google.com/ncr. Om niet-Engelstalig materiaal te vinden, kan het goed zijn juist wel een lokale Google te gebruiken.
Wanneer je met Google zoekt, doorzoek je niet het gehele internet. Je doorzoekt uitsluitend de websites en -pagina’s die door Google zijn geïndexeerd. Doordat elke zoekmachine eigen methodes gebruikt, kunnen de zoekresultaten per zoekmachine verschillen. Het kan daarom de moeite lonen om naast Google ook andere zoekmachines in te schakelen. Via Dogpile zet je met één zoekopdracht twee zoekmachines aan het werk: Google en Yahoo.
Wil je niet dat er persoonsgegevens of eerdere zoekopdrachten opgeslagen worden, gebruik dan de zoekmachine DuckDuckGo. Deze werkt anoniem. Of gebruik Startpage. Deze zoekmachine maakt gebruik van Google, maar via een beveiligde verbinding.