Bibliotheek UvA/HvA in digitale transformatie
15 februari 2023
In het najaar van 2022 begon Marjolein Beumer als sectorhoofd Digitale Projecten & Innovatie bij de Bibliotheek van de Universiteit van Amsterdam (UvA)/Hogeschool van Amsterdam (HvA). Volgens haar is binnen het digitaliseringstraject van de organisatie zowel een digitale transitie als een digitale transformatie nodig. ‘De digitale transitie betekent dat wij eerst zelf digitaal up-to-date moeten zijn en dat de interne processen hierop worden aangepast. De digitale transformatie is het proces van innovatie en disruptie van de organisatie. Hierbij kunnen nieuwe technologieën worden toegepast om organisatiedoelen te halen. Denk aan de inzet van artificiële intelligentie (AI) om data te ontsluiten.’
Digitale transformatie houdt in dat je je als organisatie aanpast aan de veranderende omgeving, legt ze uit, en ook dat je nadenkt over de continuïteit: waar staat de organisatie over tien jaar? ‘In deze laatste fase gebruik je nieuwe technologieën om een businessmodel te ontwerpen waarmee je extra of nieuwe klantwaarde kunt bieden. Vervolgens is de vraag: welke diensten kun je leveren die aansluiten bij die veranderende wereld en bij de wensen en behoeften van je doelgroepen?’
De Bibliotheek moet een nieuwe plek en rol vinden, zegt Beumer. ‘Het kost tijd om uit te zoeken wat de wensen en nieuwe vragen van onze doelgroepen zijn. Zowel in de transitie als in de transformatie zijn we als organisatie nog zoekende. We willen onderzoek, onderwijs en erfgoed met elkaar verbinden. De gemene deler van deze drie zijn data, dus zijn de vragen die rijzen: hoe creëer, ontsluit en gebruik je data, en hoe presenteer en archiveer je die?’
Om de nieuwe vragen die opkomen vanuit onderzoek, onderwijs en erfgoed goed te kunnen oppakken, moet de organisatie eerst zelf up-to-date zijn, vervolgt ze. ‘We gaan hiervoor onze werkprocessen vernieuwen en onze medewerkers opleiden om op een andere manier tegen zaken aan te kijken en met nieuwe digitale technieken te werken. Want alleen als we het zelf kunnen, kunnen we onze doelgroepen goed ondersteunen.’
In 2021 stelde de Bibliotheek een flink budget beschikbaar om de digitale vaardigheden van medewerkers te verbeteren, zoals over linked open data, datamodelleren, Knowledge and Data (aan de VU), Wikidata, en omgaan met algoritmes en AI binnen de overheid. ‘Daar hebben veel mensen gebruik van gemaakt. Er is veel behoefte om nieuwe dingen te leren. Als ik een workshop of symposium over digitalisering of AI aanbied, zijn collega’s ontzettend enthousiast. Het risico van vrijwillige deelname is wel dat sommigen straks heel veel weten en anderen wat achterblijven. In samenwerking met onze afdeling Digitale Competenties wil ik er dit jaar voor zorgen dat iedereen dezelfde basiskennis heeft over onderwerpen als AI en datamanagement. Daarnaast kunnen medewerkers zelf bekijken waarin ze zich vanuit hun functie verder willen verdiepen, en kunnen ze advies inwinnen bij onze interne opleidingscoördinator.’
Een ander onderdeel van de transitie is dat de Bibliotheek meer datagedreven gaat werken, licht Beumer toe. ‘We kijken wat we uit analyses van de organisatiestatistieken kunnen leren. Het idee van datagedreven werken is niet nieuw, maar er zijn inmiddels wel veel meer digitale data beschikbaar waardoor het makkelijker is om er echt mee aan de slag te gaan. Het leidt tot een nieuwe manier van denken. “Als ik iets ga doen, waar baseer ik dan op waarom ik dat doe?”. Data geven inzicht in de behoeften van je doelgroepen en helpen om keuzes in de innovatie te maken.’
Ook bij het Allard Pierson, dat de erfgoedcollecties van de UvA deelt met de wetenschap en het publiek, wordt hard gewerkt aan de digitale transitie. Zo is een deel van de objecten al gedigitaliseerd. ‘De beeldbank bevat zo’n 40.000 digitale afbeeldingen met beschrijvingen’, schetst Beumer. ‘De collectie is echter veel groter en er komen nog steeds nieuwe collecties bij. Dit jaar maken we een grote stap in het ontsluiten en digitaliseren van de collecties. Een van de redenen is het project Herkomstonderzoek. Van voorwerpen verworven na het Unesco-verdrag 1970 moeten we weten waar ze vandaan komen en of ze legaal zijn verkregen. Voor een deel van de archeologische collecties is dat niet duidelijk. Soms weten we niet van wie het betreffende object is gekocht, en soms is het een schenking van een privéverzamelaar en weten we niet hoe die eraan is gekomen. We gaan zorgen dat er van alle objecten verworven na 1970 afbeeldingen en beschrijvingen online staan, waarbij we transparant zijn over wat we weten over hun herkomst.’
Samen met Heleen Wilbrink van het bedrijf Aincient, specialist op het gebied van AI-toepassingen bij erfgoed, deed Beumer recent onderzoek naar de toepassingsmogelijkheden van AI voor de Bibliotheek. ‘We vroegen dertig mensen binnen en buiten onze bibliotheek: “Waar zie jij mogelijkheden of behoeften om AI toe te passen in jouw werkveld?”. Het eerste wat veel mensen zeiden was: “Ik weet te weinig van AI om daar iets over te kunnen zeggen”. Vervolgens bleken ze er vaak toch mee in aanraking te zijn geweest. Kunstmatige intelligentie blijkt voor velen een lastig en ongrijpbaar onderwerp.’
Deze maand levert Wilbrink op basis van het onderzoek een paper op over wat AI nou eigenlijk is, wat de uitdagingen zijn voor bibliotheken en hoe AI nu of in de toekomst binnen de Bibliotheek UvA/HvA kan worden toegepast. ‘De paper zal ook praktische tips bieden over hoe te starten met het toepassen van AI bij onderzoek, onderwijs en erfgoed’, zegt Beumer. ‘Het wordt de basiscursus AI voor onze bibliotheekmedewerkers. Het doel is om iedereen aan het denken te zetten over de vraag: hoe kan ik AI toepassen in mijn werkveld? Dat kan variëren van het sneller metadateren van collecties tot handschriftherkenning.’ Het Digitale Projecten & Innovatie-team onderzoekt verder wat de Bibliotheek kan bijdragen aan het onderzoek naar AI dat binnen de UvA en HvA wordt gedaan.
De paper zal zeker ook aandacht besteden aan wat er nodig is voor een verantwoorde inzet van AI, vertelt Beumer. ‘De Bibliotheek is de hoeder van kennis en bronnen, dus we moeten onze doelgroepen goed kunnen informeren en adviseren over de voor- en nadelen van AI, zoals bias. We zien dat veel onderzoekers nog niet zo digitaal vaardig zijn, en zelfs onderzoekers die zelf programmeren, blijken zich niet altijd bewust van de mogelijke negatieve gevolgen van AI. Verantwoord gebruik van deze technologie vereist onder andere transparantie over de gebruikte data en algoritmes. Als je AI inzet, weet je soms niet van welke bronnen de informatie afkomstig is. Tegelijkertijd zijn we in onderzoek en onderwijs steeds opener gaan werken en worden bias en discriminatie eerder opgemerkt dan vroeger, toen slechts een beperkte groep mensen de wetenschappelijke publicaties kon lezen. Door digitale ontsluiting kunnen deze artikelen nu wereldwijd worden geraadpleegd.’
De Bibliotheek is een kennishub en kan vakoverstijgend kijken en verbindingen leggen tussen faculteiten, stelt Beumer. Haar team Digitale Projecten & Innovatie brengt nu in kaart welke nieuwe digitale ontwikkelingen er zijn en welke ondersteuning de Bibliotheek daarin zou kunnen bieden in aansluiting op wat er in onderzoek en onderwijs gebeurt. ‘Dat doen we samen met de bibliotheekcollega’s van Onderzoeks- en Onderwijsondersteuning. Zij staan in contact met onderzoekers, docenten en studenten. De informatiespecialisten van de Bibliotheek en de datastewards bij de faculteiten signaleren wensen en vragen. Als zij geen oplossing weten, komen die vragen bij ons team terecht. Wij schetsen vervolgens het probleem en de mogelijke technische oplossingen, en dat kan dan leiden tot een innovatiepilot.’
Op dit moment doet Beumer vooronderzoek voor een innovatiepilot. ‘We krijgen veel vragen van onderzoekers die voor hun research een database hebben gemaakt, veelal gekoppeld aan een website of app, waarmee ook andere onderzoekers en burgerwetenschappers (citizen scientists) onderzoek kunnen doen en waaraan zij data of informatie kunnen toevoegen. Wanneer het onderzoeksproject en de financiering zijn afgerond, is het belangrijk om zo’n database in leven te houden. Hier zijn alleen nog geen digitale technische oplossingen en middelen voor, ook landelijk niet. We onderzoeken nu met deze onderzoekers wat er precies nodig is en proberen scherp te krijgen wat onze rol hierin zou kunnen zijn. Moet de Bibliotheek die “levende” databases hosten en beheren, of moet ze alleen over een oplossing adviseren? Dit is een actueel voorbeeld van de digitale transformatie waarin de samenwerking met en de behoeften van onderzoekers centraal staan.’
Nog zo’n pilot: in 2022 maakte de Bibliotheek samen met het UvA CREATE Lab via linked open data (LOD) de datasets van drie culturele onderzoeksprogramma’s beschikbaar voor (her)gebruik door iedereen voor de lange termijn – een project dat werd genomineerd voor de Nederlandse Dataprijs 2022. Het gaat om Cinema Context (een online encyclopedie van de Nederlandse filmcultuur vanaf 1896), ONSTAGE (over de Amsterdamse openbare schouwburg van de zeventiende eeuw tot nu) en ECARTICO (biografische data over culturele ondernemers in Amsterdam van de vijftiende tot en met de achttiende eeuw). Beumer: ‘Met een dergelijke pilot leren we veel over de benodigde (meta)datakwaliteit en hoe deze te verbeteren. We zijn nu aan het uitzoeken of de LOD-voorziening voor onderzoeksdatabases een permanente bibliotheekdienst kan worden. Als onderzoeksdata op grote schaal via LOD beschikbaar komen, kunnen deze weer worden gecombineerd met externe data én de data van de bibliotheekcatalogus en de twintig linked open datasets van het Allard Pierson. Dus dat je, als je zoekt op “Shakespeare”, ook films, boeken, voorstellingen, prenten, toneelrecensies, enzovoort over Shakespeare kunt vinden.’
‘Het mooie is dat door digitalisering collecties beter zichtbaar en bruikbaar worden voor onderzoekers, erfgoedprofessionals, citizen scientists en studenten, maar ook voor museumbezoekers’, vervolgt Beumer enthousiast. ‘Er wordt vaak gedacht dat als je collecties digitaliseert er niemand meer naar het museum komt, maar het tegendeel is waar. Mensen willen de voorwerpen in het echt zien.’ Beumer, die zo’n twintig jaar ervaring heeft in digitale innovatie en erfgoed, werkt sinds 2021 voor het Allard Pierson aan het project Creative User Empowerment. ‘Hierin onderzoeken we met het Badisches Landesmuseum (BLM) in Karlsruhe hoe we AI kunnen inzetten om erfgoedcollecties beter en gepersonaliseerd doorzoekbaar te maken. We gebruiken de datasets van beide musea, die ook inhoudelijke overeenkomsten hebben. Beide bevatten bijvoorbeeld Art Nouveau-collecties.’
Het is haar droom om gepersonaliseerd zoeken in collecties mogelijk te maken, zegt Beumer. ‘Allard Pierson en BLM werken samen aan een opensourcetool, xCurator geheten, die AI toepast om gebruikers gepersonaliseerd te laten zoeken in de datasets van deze twee musea, gecombineerd met externe bronnen, zoals Wikipedia en de Art & Architecture Thesaurus. Tot nu toe kon je alleen zoeken op het trefwoord dat in de database staat. Als je AI inzet, kan de computer met je meedenken, je interesses onthouden en je dingen laten zien waarvan je zelf niet wist dat je ernaar op zoek was.’
Kunstmatige intelligentie maakt associatieve zoekopdrachten mogelijk, gaat Beumer verder. ‘Op die manier zou je via een Art Nouveau-object uit de collectie van het BLM kunnen uitkomen bij een poster van de Delftsche slaolie-fabriek (die bekend staat om zijn Art Nouveau-reclamemateriaal, gemaakt door onder anderen kunstenaar Jan Toorop, red.). Vervolgens zou je een onderzoekspaper kunnen vinden over pindaplantages, aangezien diezelfde fabrikant naast slaolie ook pindakaas maakt. We willen technieken zoals semantisch zoeken en beeldherkenning in de xCurator combineren. Doordat deze tool nieuwe verbindingen tussen de collecties en externe bronnen legt, kunnen nieuwe inzichten ontstaan en nieuwe verhalen worden verteld. xCurator-gebruikers kunnen daar dan zelf als conservator een digitale expositie of publicatie over maken, die weer wordt toegevoegd aan de collecties.’
Door digitale toepassingen en inhoud dichter bij elkaar te brengen, wil Beumer nieuwe kennis creëren en overdragen. ‘We hebben zeer uiteenlopende erfgoedcollecties – van kaarten, computers, kerkgeschiedenis en natuurlijke historie tot Joodse cultuurgeschiedenis en een bibliotheekcollectie met scripties, proefschriften, journals, et cetera. Daar zit zo veel kennis in verstopt! Stel je voor dat je al die kennis met elkaar verbindt en in een keer doorzoekbaar maakt. Dat kan leiden tot veel nieuwe inzichten en nieuwe verhalen.’
De Bibliotheek dient haar positie, rol en betekenis, zoals vele andere bibliotheken, opnieuw te bepalen en te bevestigen. De komende jaren zetten wij in op een digitale transitie en digitale transformatie, waarin we de balans zoeken tussen fysieke en digitale dienstverlening voor onderwijs en onderzoek.Gerard Nijsten, directeur Bibliotheek UvA/HvA
Naast digitalisering blijven fysieke locaties van musea en bibliotheken minstens zo belangrijk, besluit ze. ‘Er is niets leuker dan door een museum of bibliotheek te lopen en de voorwerpen van dichtbij te bekijken, bijna aan te kunnen raken en de geur ervan op te snuiven.’ Zo verrijst achter het Allard Pierson de nieuwe Bibliotheek van de UvA. ‘Daar gaan we fysiek en digitaal samenbrengen.’
Dit interview is geschreven door Anneke de Maat, en geredigeerd en gepubliceerd door de InformatieProfessional. De digitale editie van 14 februari 2023.