Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Onderzoekers van de UvA en andere universiteiten moeten vanaf deze week zelf betalen voor open access-publicaties bij uitgeefconcern Springer. Wie vanaf nu nog wil publiceren via Springer moet dokken: 2600 euro.

Nederlandse onderzoekers kunnen vanaf deze week niet meer kosteloos artikelen in open access publiceren bij uitgeverij Springer. De universitaire samenwerkingskoepel Universiteiten van Nederland (UNL), waarvan de UvA deel uitmaakt, heeft een overeenkomst met Springer, waarbij in totaal 2.080 kosteloze open access-publicaties per jaar zijn toegestaan. Dat aantal is bereikt. Wie er nu voor kiest in open access te publiceren bij Springer, krijgt een fikse rekening voorgeschoteld: 2600 euro per publicatie. Zelf te betalen, want er is geen pot geld voor.

2200 tijdschriften

Pascal Braak, expert open access van de UB van de UvA, legt uit hoe de overeenkomst werkt en waarom die belangrijk is. Braak: ‘De UB is verantwoordelijk voor het afsluiten van abonnementen bij de uitgevers van wetenschappelijke tijdschriften. Via die abonnementen hebben studenten en wetenschappers toegang tot wetenschappelijke artikelen die gepubliceerd worden door die uitgever.’ Een uitgever als Springer beheert duizenden tijdschriften. De overeenkomst zorgt ervoor dat de Nederlandse universiteiten toegang hebben tot zo’n 2200 van die tijdschriften. ‘Bij de overeenkomst met bijvoorbeeld Springer hoort dat onderzoekers ook kosteloos in open access kunnen publiceren, maar dus wel tot een zekere limiet.’

Hybride tijdschriften

Niet bij elke uitgever is er een maximum aantal kosteloze publicaties zoals bij Springer. Max Haring, hoofd informatiediensten voor onderwijs- en onderzoek van de UB, licht toe waarom open access-publicaties kostbaar zijn voor uitgevers. ‘Traditioneel verdienen de uitgevers hun geld door abonnementen te verkopen. Door het publiceren van open access-artikels lopen ze geld mis. Er zijn namelijk veel meer lezers, dus abonnees, dan schrijvers. Daarom kost het hen vrij veel geld, twee à drieduizend euro, om een artikel in open access te publiceren in traditionele tijdschriften.’ Het gaat dan vaak om hybride tijdschriften, zoals die van Springer, waarbij een deel van de publicaties in open access wordt aangeboden en een deel achter een paywall.

Veel onderzoekers zijn het niet eens met het verdienmodel van de uitgevers. Sommige onderzoekers beginnen daarom hun eigen uitgeverij. Ze geven geheel gratis uit, zowel voor de lezer als voor de auteur. Deze tijdschriften worden als zogenoemde ‘diamanten open access’ bestempeld: tijdschriften die draaiende worden gehouden door subsidies van overheden, investeringen door fondsen of wetenschapssponsoren en door universiteiten zelf. De UvA heeft ook een fonds opgezet om diamanten open access-initiatieven te steunen. De kersverse UvA-rector Peter-Paul Verbeek richtte bij zijn vertrek aan de UTwente nog een diamantentijdschrift op.

Copyright: Pascal Braak
‘De UvA besteedt ongeveer 5,5 miljoen euro per jaar aan alle abonnementen voor wetenschappelijke tijdschriften’ Pascal Braak - open access specialist en diensteigenaar Publiceren & Registreren, Bibliotheek UvA/HvA

Vijfenhalf miljoen

De UvA besteedt ongeveer 5,5 miljoen euro per jaar aan alle abonnementen voor wetenschappelijke tijdschriften, vertelt Braak. De universitaire koepel UNL besteedt er voor de gezamenlijke universiteiten nog veel meer aan. Alleen de overeenkomst met Springer kostte UNL en de samenwerkende universiteitsbibliotheken UKB de afgelopen jaren ongeveer drie miljoen euro per jaar. In 2021 was dit zelfs 3,4 miljoen euro. ‘Daar zitten dan al die 2200 tijdschriften en de publicaties van Springer bij. Dat is eigenlijk best een goede deal als je kijkt naar de publicatiekosten. Omgerekend kost een publicatie door deze overeenkomst met Springer maar 1600 euro.’

Traditioneel

Onderzoekers die voor 1 januari 2023 nog via Springer willen publiceren moeten dus zelf betalen. Alternatieven zijn er ook: de publicatie uitstellen of ‘traditioneel’ publiceren, dus achter een paywall. Het artikel kan dan later vrij toegankelijk gemaakt worden via de zogenoemde UvA Repository, een soort databank van publicaties. Een onderzoeker zal soms kiezen voor de traditionele methode, om toch te zorgen dat het onderzoek in een tijdschrift komt.

Copyright: Max Haring
‘Als jonge onderzoeker kun je het vergeten om hoogleraar te worden als je niet in bepaalde tijdschriften publiceert’ Max Haring, Hoofd Onderwijs en Onderzoek Bibliotheek UvA/HvA

‘Het geeft status, is goed voor je CV en beïnvloedt dus ook je carrière gunstig,’ zegt Haring. ‘Als jonge onderzoeker kun je het vergeten om hoogleraar te worden als je niet in bepaalde tijdschriften publiceert.’ Toch zijn publicaties niet zaligmakend. Braak: ‘Je mag nu bijvoorbeeld niet meer bij een sollicitatie alleen kijken naar iemands publicatielijst.’ In Nederland en West-Europa lopen we wel voorop in hoe we omgaan met waar en hoeveel iemand publiceert. In het buitenland is dat vaak nog niet zo. Als je bijvoorbeeld bij Harvard aan de slag wilt, is het ontzettend belangrijk. ‘Zonder publicaties in toptijdschriften als Nature of Science kom je daar niet binnen,’ zegt Haring.

79 procent open access

De UvA voert een 100 procent open access-beleid, maar dat beleid is nog niet volledig gerealiseerd. ‘De 100 procent haalt de UvA nog niet. Kennelijk zijn onderzoekers zich onvoldoende bewust van dit beleid,’ zegt Braak. ‘Toch gaat het erg goed. In heel Nederland zijn nu 82 procent van de publicaties in open access. Als UvA zitten we er iets onder, met 79 procent. Ik verwacht dat binnen twee à drie jaar alle wetenschappelijke artikelen in Nederland in open access zullen worden gepubliceerd. We lopen daarmee internationaal voorop. Het Europese gemiddelde ligt op 59 procent open access. De Nederlandse publicatie-output is ongeveer 1,5 procent van alle publicaties wereldwijd. Het is niet ontzettend veel, maar als dat allemaal open access is, is dat toch positief.’

Dit artikel is geschreven door Jazz Stofberg en op 23 november 2022 gepubliceerd op Folia.nl.