Voor de beste ervaring schakelt u JavaScript in en gebruikt u een moderne browser!
Je gebruikt een niet-ondersteunde browser. Deze site kan er anders uitzien dan je verwacht.
Dhr. dr. R.C.M. Hennekam is benoemd tot hoogleraar in de Kindergeneeskunde en in de Klinische Genetica aan de Faculteit der Geneeskunde. Zijn leeropdracht betreft erfelijke en aangeboren afwijkingen op de kinderleeftijd, en in het bijzonder de syndroomdiagnostiek.

Dhr. dr. R.C.M. Hennekam (1954) is per 1 februari 2003 benoemd tot hoogleraar in de Kindergeneeskunde en in de Klinische Genetica aan de Faculteit der Geneeskunde van de Universiteit van Amsterdam (UvA). Zijn leeropdracht betreft erfelijke en aangeboren afwijkingen op de kinderleeftijd, en in het bijzonder de syndroomdiagnostiek. Het gaat om een nieuwe leerstoel.

Raoul Hennekam studeerde in 1980 af in de geneeskunde aan de Universiteit Utrecht en specialiseerde zich vervolgens in de kindergeneeskunde in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) in Utrecht. In 1984 werd hij geregistreerd als kinderarts. Na enkele jaren werkzaam te zijn geweest binnen de Polikliniek Algemene Pediatrie van het WKZ volgde een aanstelling als staflid van het Klinisch Genetisch Centrum Utrecht. In 1989 werd hij geregistreerd als klinisch geneticus.
In 1990 promoveerde hij aan de Universiteit Leiden op het proefschrift The Rubinstein-Taybi syndrome in the Netherlands. A clinical genetic survey. Sinds 1993 is Hennekam staflid van de afdelingen Kindergeneeskunde en Klinische Genetica in het Academisch Medisch Centrum in Amsterdam (AMC-UvA).

Hennekam is samen met zijn Amerikaanse collega’s Gorlin en Cohen schrijver van het meest gebruikte leerboek binnen zijn vakgebied (Syndromes of the Head and Neck), editor voor Europa van het tijdschrift American Journal of Medical Genetics, en auteur van een zeer groot aantal wetenschappelijke artikelen. Hij is een veelgevraagd spreker, lid van een aantal nationale en internationale medisch adviesraden ten behoeve van specifieke syndromen, en lid van een aantal tijdschriftredacties op het gebied van erfelijke en aangeboren afwijkingen op de kinderleeftijd. Enkele syndromen zijn door hem afgegrensd, waaronder het naar hem vernoemde ‘Hennekam syndroom’.